Het ontstaan van het type samenwerking dat LiveBuild zo kenmerkt
Sinds vorig jaar wordt LiveBuild geconfronteerd met een moeilijke situatie in Kameroen. Dat betekent voor ons echter niet ‘op de plaats rust’; het geeft ons ruimte voor bezinning over de doelen waar we aan werken en ons werkproces, hoe we daar denken te komen.
We proberen altijd te leren van de projecten die we hebben gedaan. Als ze succes hadden, maar vooral als ze faalden, of niet in één keer lukten. Hier vervolgens open over communiceren is altijd een belangrijke kernwaarde van onze organisatie geweest. Met dit in gedachte brengen we een drieluik uit waarin het verleden, het heden en de toekomst aan bod komen. Een kritische reflectie helpt om ons handelen beter te begrijpen en een lijn naar deze toekomst uit te stippelen. Dit is voor onszelf interessant, maar we delen onze inzichten ook graag met alle LiveBuilders, donateurs en partners die al jaren met ons mee doen.
Dit stuk is de eerste van drie artikelen waarbij we terugblikken op het werk van LiveBuild.
Ontwikkeling in organiseren
Onze visie op onze manier van werken en op hoe we gemeenschappen in Kameroen kunnen ondersteunen om zelfredzaam te worden is door de jaren heen sterk veranderd. Dit veranderingsproces kent verschillende kantelpunten: van ziekenhuizen bouwen naar water en onderwijsprojecten naar WASH, waardoor we nu behalve naar schoon drinkwatersystemen ook kijken naar de natuur rondom natuurlijke waterbronnen.
Ook de manier waarop wij onszelf organiseren is veranderd. Waar we voorheen met Nederlandse vrijwilligers en betaalde krachten zelf projecten in Kameroen uit de grond probeerden te trekken, werken we nu in Kameroen alleen met lokale partners en personeel.
Ook in Nederland
En waar er een aantal jaar geleden – naast alle vrijwilligers – ook parttimers in dienst waren, werkt iedereen bij LiveBuild op dit moment vrijwillig, naast hun vaste baan of werk. Werken in een team van vrijwilligers is altijd erg belangrijk voor LiveBuild geweest. Het maakt ons ook in Nederland een humanitaire organisatie, waarbij we mensen de mogelijkheid bieden om in hun vrije tijd het verschil te maken en zichzelf te ontwikkelen. LiveBuild is een plek waar je mag uitproberen, en waar fouten gemaakt mogen worden. Zo leer je waar je goed in bent, waar je anderen mee kunt helpen en – met de opgedane ervaring bij LiveBuild op je CV – vind je misschien zelfs een passende baan. De manier waarop deze mensen leren en ontdekken is dezelfde manier waarop LiveBuild zich als organisatie ontwikkelt.
Met dit uitgangspunt schetsen we graag hoe LiveBuild zich de afgelopen jaren ontwikkelde via vier lijnen.

-
De blauwe lijn volgt de progressie van onze focusgebieden. We begonnen ooit met educatie en waterinfrastructuur en zijn inmiddels vele onderwerpen verder.
-
De groene lijn toont de creativiteit en vindingrijkheid van LiveBuild, waarbij we agronomische oplossingen zoeken bij onze projecten.
-
De gele lijn volgt de randvoorwaarden van onze projecten. De wereld is oneindig complex: waar houden wij rekening mee? Deze lijn beschrijft onze natuurlijke ontwikkeling naar het aanpakken van steeds complexere opgaven.
-
De rode lijn volgt de transitie van directe interventie via ons partnermodel naar de huidige staat van LiveBuild en de oprichting van HumaniForest.
De Rode lijn: samenwerken in Kameroen
In het begin ontwikkelde LiveBuild projecten direct met de ontvanger, een 1-op-1 relatie waarbij we samen met de begunstigde van de hulp de projecten zelf in goede banen moesten leiden. Nederlandse projectleiders moesten heen en weer vliegen en verbleven (relatief) korte periodes in Kameroen om de projecten te realiseren. Toen er ook projecten faalden (zoals bijvoorbeeld het ziekenhuis in Banga) realiseerden we ons dat we de lokale context binnen de gemeenschappen van tevoren beter moesten analyseren. Onze visie (we geloven dat mensen zelf hun leefomgeving kunnen verbeteren) strookte niet met onze aanpak en vroeg om verandering. Hierin bevindt zich de oorsprong van het werken met onze huidige Kameroense partners.
Maar ook in de beginjaren van deze aanpak bevonden we ons vaak in een paradox. Aan de ene kant wilden we Kameroeners zelf hun toekomst in handen geven en stelden we als doel dat de projecten volledig op zichzelf konden draaien. We gaven ons werk uit handen en veronderstelden minder te weten dan onze lokale partners, over wat nodig was. Aan de andere kant zagen we dat er een hiaat lag op het gebied van hydrologie en watermanagement; onze partners waren community workers, geen experts op dat gebied. Maar wat je zou kunnen opvatten als een gebrek aan kennis, was juist een prachtige vondst aan de kennis die we nodig hadden.

Want waar we ooit dachten dat schoon drinkwatervoorzieningen tot stand kwamen door de fysieke constructie van waterleidingen en pompen, leerden we door het CHIP-project dat gemeenschappen de kern van ons werk zouden vormen. Dat ging zo:
Toen we goed en wel bezig waren met het realiseren van waterprojecten, zagen we opeens de noodzaak om op WASH (water, sanitation and hygiene) in te gaan zetten. Gebrek aan sanitaire voorzieningen draagt wereldwijd jaarlijks bij aan honderdduizenden sterfgevallen onder kinderen als gevolg van diarree. Bovenop de chronische gevolgen van diarree kan een gebrek aan WASH-faciliteiten studenten ervan weerhouden om naar school te gaan. En dit waren nou net die scholen die met veel moeite tot stand waren gekomen.
Onze doelstelling van CHIP, ons WASH-project, was om het aantal kinderen dat besmet is met WASH-gerelateerde ziekten te verminderen, waardoor de kindersterfte met 20% zou worden verminderd en er binnen 24 maanden (2014 – 2016) een stimulerende omgeving kon worden gecreëerd in de doelgemeenschappen. We gingen weer vol enthousiasme van start. Echter, bij de monitoring bleek dat slechts vijf van de dertien gemeenschappen die bij het project betrokken waren, de geïmplementeerde projecten in stand konden houden. We ontvingen hevige kritiek: onze samenwerking tussen belanghebbenden was zwak en er bleek een afwezigheid van kennis over projectmanagement.
Gemeenschappen willen vaak maar al te graag een watersysteem, maar konden of durfden niet. Ze misten de kennis en vaardigheden om bijvoorbeeld een goede watercommissie te vormen. De dorpelingen met een goede opleiding zijn vaak vertrokken. Dit resulteerde in een trage realisatie van de drinkwaterprogramma’s; een enorme tegenvaller van het project.
